Als ik zou mogen kiezen en als het even zou kunnen, dan zou ik het liefst mijn spullen pakken en in Kaapstad gaan wonen. Ik heb mijn hart compleet verpand aan deze prachtige, fantastische, unieke en gezellige stad met het fijne klimaatje, gelegen in het net zo fijne Zuid-Afrika. En waarom? Dat zal ik je vertellen.

Inmiddels is het al een eeuwigheid geleden, maar voor mij is het nog een levendige herinnering die ik nooit zal verliezen; in augustus 2010 ben ik voor een half jaar vertrokken naar Kaapstad om daar een stage te volgen. Ik was in 2009 met mijn moeder voor het eerst naar Zuid-Afrika gegaan en ik was meteen verkocht. De keuze om een jaar later een stage te volgen in Zuid-Afrika was al heel snel gemaakt. Ik heb de beste tijd van mijn leven gehad in Kaapstad en kon het daarom niet laten om vorig jaar december voor de 3e keer af te reizen naar dit geweldig land en deze mooiste stad. Elke keer als ik er ben ervaar ik een euforisch gevoel en geniet ik van elke seconde van elke dag. Ik ben zo verliefd op deze stad dat ik er poëzie over kan schrijven. Maar genoeg gezever, ik zal de harde feiten nu op tafel leggen.

Kaapstad

  • Is niet de hoofdstad, dat is Pretoria.
  • Wordt vaak “The Mother City” genoemd.
  • Heeft 3-5 miljoen inwoners, wat de twee na dichtstbevolkte stad van Zuid-Afrika maakt.
  • Is 360 jaar oud en werd toen ontdekt door de Nederlander Jan van Riebeeck en de VOC.
  • Grootste trekpleister is de Tafelberg.
  • Zuid-Afrika kent 11 officiële talen waarvan de meest gesproken taal in Kaapstad Afrikaans (afgeleid van Nederlands) is.
  • De western Cape is jong! 43,2% van de populatie is onder de 25 jaar, gemeten in 2011.
  • De Western Cape kent 7000 planten die nergens anders op de wereld te vinden zijn.
  • De duurste huizen van Zuid-Afrika staan in Kaapstad (deze kosten meer dan 20 miljoen rand).
  • Heeft na Durban en Johannesburg de grootste shopping mall van heel Afrika.

Meestal is Kaapstad óf het startpunt, óf de eindbestemming van een rondreis. De meeste mensen die door Zuid-Afrika reizen zullen dan niet snel langer dan 5 tot 7 dagen in Kaapstad blijven omdat er nog zoveel mooist te zien is in het land. Maar eigenlijk is dat bijzonder jammer want Kaapstad heeft waanzinnig veel te bieden. Ik was er vorig jaar en wilde mijn vriend in 12 dagen alles van Kaapstad laten zien, we hadden een strakke planning met minimaal 3 activiteiten op een dag maar zelfs deze periode van 12 dagen was eigenlijk te kort.

Kaapstad is een relatief veilige stad, ik heb me er nog nooit onveilig gevoeld maar je moet wel altijd op je hoede blijven. Op toeristenplekken zijn er vaak tasjesdieven actief dus zorg dat je waardevolle spullen zoals je camera, sleutels, paspoort en dergelijke nooit in het zicht bewaard. Als vrouw is het ook onverstandig om een nachtelijk wandelingetje door de stad te maken, dus mocht je ergens heen willen, ga altijd in een groepje of pak een taxi die er veelvoudig vertegenwoordigt zijn en bovendien spotgoedkoop (denk aan 1 á 2 euro per ritje, mits de bestemming in een nabij gelegen wijk is). Overdag is er vaak weinig aan de hand en kun je de stad op je gemak verkennen. Het centrum is relatief klein dus je kunt op een dag veel sights te voet bereiken.

Sightseeing & activiteiten

Long Street is dè straat van Kaapstad. Het is een levendige, hippe, bruisende en prachtige straat. Veel gebouwen zijn in Victoriaanse stijl gebouwd en bezitten mooi bewerkte balustrades en geveltjes. Op Long Street is elke dag van alles te doen en te zien is. Er zijn bijzonder veel verschillende leuke kroegjes en restaurants, geen enkele plek is hetzelfde dus er is voor elk wat wils. s’ Avonds ontpopt deze straat zich tot het uitgaansparadijs van Kaapstad en staat de straat vol met krioelende mensen die zich van de ene naar de andere kroeg verplaatsen. Naast alle barretjes, clubs en restaurantjes zijn er ook een aantal hostels te vinden op Long Street, die zelf waarschijnlijk ook over een degelijke bar beschikken. Op Long Street kun je naast goed zuipen ook goed shoppen, er zijn veel hippe kledingboetiekjes (met prijzen zoals wij ze ook kennen) en is er ook een flink aanbod aan vintage kleding. Voor je souvenirtjes kun je op Long Street ook goed terecht.

Paralel aan Long Street ligt Green Market Square. Een gezellig pleintje met rondom overal terrasjes en in het midden van maandag tot zaterdag een arts en crafts markt. Green Market Square heeft over de jaren gefungeerd als slavenmarkt, groenten en fruit markt, parkeerplaats, en is nu voornamelijk een op toeristen toegespitste vlooienmarkt. Op sommige dagen zul je hier ook straatmuzikanten en andere vormen van entertainment vinden. Hier kun je tussen alle tentjes heen struinen al is het wel vermoeiend want iedereen wilt je iets verkopen en begint daarom een praatje. Desalniettemin kun je hier de prachtigste sculpturen, kleding, sieraden en schilderijen vinden. Het kan haast niet anders dan dat je hier iets zult kopen.

Het oudste gebouw van Kaapstad is Castle of Good Hope. Het stervormige gebouw werd tussen 1664 en 1679 gebouwd in opdracht van de VOC en heeft daarom veel Nederlandse herkenningspunten. Als je cultureel wilt doen is dit een van die plekken die je moet zien. Het is niet per se een heel speciaal gebouw maar het is wel leuk om over de kantelen van het kasteel te lopen en te genieten van een 360 graden uitzicht over de stad.

Bo-kaap is de wijk waar ik woonde toen ik woonde in KaapstadBo-kaap is een prachtige wijk met huisjes in alle kleuren van de regenboog. Bo-Kaap betekent “boven kaap” want het ligt tegen de berg Signal Hill aan en kan op sommige plekken behoorlijk stijl zijn. De wijk is Islamitisch en je zult daarom veel moskeeën tegenkomen die om de haverklap gebedsliederen luiden. Bo-Kaap heeft een bijzonder rijke geschiedenis. De inwoners van Bo-Kaap stammen af van de slaven die door de VOC uit zuid-oost Azië gehaald werden rond de 18e eeuw. Slaven mochten in die tijd geen gekleurde kleding dragen, dus toen de slavernij in 1938 afgeschaft werd, werd dat natuurlijk gevierd. En dat vertaalde zich ondermeer in de fel beschilderde kleurige huisjes.

Company Gardens is een fijn stukje groen in het hart van de stad. Ondanks het feit dat het vlakbij de drukste straten gelegen is, is de plek rustgevend en rustig. Company Gardens werd opgezet als moestuin door de Nederlanders om zichzelf te voorzien van bepaalde kruiden en groenten. Inmiddels is de moestuin wel een flink stuk uitgebreid en mondt het park zich uit in de voortuinen van de voornaamste musea van Kaapstad. In de zomermaanden vind je er veel kraampjes die o.a gedroogd vlees, zoals de bekende delicatesse biltong, verkopen. Company Gardens ligt aan Queen Victoria Street.

Kaapstad ligt aan zee en is op Durban na, de grootste havenstad van Zuid-Afrika. Voor de boulevard moet je dan ook naar V&A (Victoria & Albert) Waterfront gaan, vanuit het centrum kun je dit wel lopen, maar je kan net zo makkelijk even een taxi pakken. Op het V&A Waterfront vind je (voor Zuid-Afrikaanse standaarden) overpriced kledingwinkels, overpriced restaurantjes en overpriced barretjes. Het is altijd even zoeken als je iets “normaals” wilt vinden, maar met het mooie uizicht over de haven en met je snoet in de warme zomerzon, zul je het misschien even voor lief nemen en geniet je gewoon even van deze extreem verwesterde en dus voor ons, bekende sferen. In de shopping mall heb je veel merkkleding die je hier ook kunt kopen, maar dan voor een paar tientjes minder, dus ben je op zoek naar nieuwe VansRoxy zwemkleding, Nikes, you name it, ga dan zeker even naar binnen. Verder kun je op het V&A Waterfront de meeste van je activiteiten boeken zoals een trip naar Robben Island, paragliden, skydiven, shark cage diving etc. Het V&A Waterfront is elke dag open en wordt elke dag druk bezocht. Je zult je daarom nooit vervelen en zeker in de zomermaanden is er altijd veel te beleven.

Ik noemde het net al even, wanneer je een trip naar Robben Island wilt boeken, zul je dat op het V&A Waterfront moeten doen. Dit is ook de plek waar de boot van vertrekt. Ik ben twee keer op het voormalige gevangenis eiland van Nelson Mandela geweest en beide keren vond ik het zeer aangrijpend. Het is een massale bedoening, dus wees voorbereid op grote groepen toeristen, die af en aan vervoerd worden door bussen. Dit is lelijk, maar het is een logisch verloop van omstandigheden (wil je dit enigszins voorkomen, neem dan de allereerste tour van de dag, deze vertrekt om 09:00). Echter heb ik veel bewondering voor de gidsen want de gids die je krijgt is een ex-gevangene van Robben Island. Beide keren heb ik een fantastische gids gehad die zonder wrok en met veel humor zijn verhaal vertelde.

Naast Robben Island als grote toeristen trekpleister, is Table Mountain, ofwel de Tafelberg, natuurlijk ook een van de meest bezochte lokaties en tevens het pronkstuk van de stad. De Table Mountain staat bekend om zijn vlakke plateau en is 1086 meter hoog en ongeveer drie kilometer breed. Naar Table Mountain moet je wel een taxi nemen want het is net te ver om het te lopen. Je kunt met een cablecar naar boven en naar beneden. In principe is de cablecar elke dag open maar als de weersomstandigheden er niet naar staan dan blijft deze dicht. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer de famous Cape Doctor (een bijzonder sterke wind die af en toe opduikt in de lente- en zomermaanden) Kaapstad “schoon” waait, zoals ze dat zeggen. Je kunt Table Mountain ook via verschillende wandelroutes beklimmen. De bekendste is Platteklip Gorge, die start aan dezelfde weg als dat de cablecar start (Table Mountain Road). Deze wandeling duurt zo’n 2,5 uur. Je kunt ook kiezen voor een langere wandeling, dan vertrek je vanuit Kirstenbosch National Botanical Garden, deze wandeling heet de Skeleton Gorge. Er zijn zelfs mogelijkheden om vanuit Camps Bay (een wijk in Kaapstad, hierover later meer) de berg te beklimmen maar deze wegen zijn vaak onduidelijk aangegeven. Op de top kun je ook verschillende wandelingen maken over het plateau. Verder zul je er een aantal winkeltjes vinden en een restaurant, uiteraard liggen de prijzen hier aanzienlijk hoger, ik raad je daarom aan een picknick te bereiden en dat op te peuzelen terwijl je over de hele stad en omstreken tuurt. Ook is er de mogelijkheid om een stuk te abseilen.

Om even in de wandelsferen te blijven; Lion’s Head (669 meter hoog) mag dan wel een stuk lager zijn dan Table Mountain maar biedt ook een waanzinnig uitzicht. Lion’s Head is niet vernoemd naar het fabeltje dat er vroeger katachtigen de berg onveilig maakte, maar omdat de berg op zijn kant op een leeuwenkop lijkt. De wandeling naar de top duurt maar ongeveer een uurtje en is tijdens volle maan het populairst. Ik heb deze wandeling een paar keer gedaan tijdens de bekende Full Moon Hike en is telkens weer een feestje. In groten getale loop je de berg op, soms moet je zelfs op elkaar wachten maar gek genoeg is het niet vervelend, want zo heb je genoeg tijd om van de verschillende uitzichten te genieten. Je begint ongeveer een uur voor zonsondergang zodat je met zonsondergang op de top bent. Iedereen zal zijn rugzak daar openen en flessen wijn, biertjes, broodjes en andere lekkere dingen tevoorschijn toveren. Het is wonderschoon om de zon achter de bergen te zien zakken en de lucht die vervolgens verschillende kleuren aanneemt, terwijl aan de zeekant de maan langzaam tevoorschijn komt. Wanneer de zon onder is wordt het snel fris en zullen de meesten weer aan de afdaling beginnen. Het is spannend, maar niet pikdonker want de maan zorgt ervoor dat je genoeg licht hebt zodat je niet per ongeluk verkeerd stapt en een afgrond in valt. Naast dat je, mits je de wandeling afmaakt en van het 360 graden uitzicht hebt genoten, is Lion’s Head ook de beste plek om te paragliden. Je loopt zo’n 20 minuten omhoog en springt aan de kant van Camps Bay, je land dan ook op het strand van Camps Bay. Persoonlijk heb ik heel erg last van hoogtevrees maar ik heb het toch gegaan en het was een van de mooiste dingen ooit, ongeacht mijn oneindige getril en mijn verkrampte handjes na afloop. Mocht de wind niet goed staan, dan zul je van het lagere Signal Hill (350 meter) springen.

Aan de achterkant van Table Moutain vind je Kirstenbosch National Botanical Garden, een enorme botanische tuin waar je uren doorheen kan lopen en waar overal perfecte picknickplekjes zijn. In de zomermaanden worden hier elke zondag in de avond openlucht concerten gegeven. De perfecte brakdag als je het mij vraagt.

Wat ik ook vaak op zondag deed was lekker naar het strand gaan. De vier, onder zowel toeristen als locals, populaire Clifton Beaches zijn hier perfect voor. Ze zijn makkelijk bereikbaar met regelmatig rijdende minibusjes en zijn nooit overvol. De stranden liggen relatief uit de wind en dat maakt de plek zo aangenaam. In 2003 benoemde Discovery Travel Channel, Clifton als een van de 10 beste stranden van de wereld. De reden waarom er vier verschillende stranden zijn is omdat ze van elkaar gescheiden worden door enorme granieten rotsen. Elk strand staat bekend om het publiek dat het aantrekt. Zo staat fourth beach, het zuidelijkste strand, bekend als familiestrand en is het hier vaak het drukst. Third beach schijnt het strand voor de homocultuur te zijn. Second beach wordt het meest bezocht door studenten (hier ging ik altijd naartoe) en first beach, het noordelijkste en kleinste strandtrekt gemixt publiek aan waaronder veel locals en surfers. Rond de Clifton beaches zijn weinig tot geen barretjes waar je je dorst kan lessen maar er lopen geregeld verkopers rond die frisdrank en ijsjes aanbieden. Camps Bay is wat mij betreft een stuk minder gezellig dan Clifton en is over het algemeen een vrij decadente bedoening. Camps Bay is namelijk een van de rijkste wijken van Kaapstad, hier staan ook de duurste huizen van heel Zuid-Afrika. Het voordeel van Camps Bay is wel dat het een promenade heeft waar je goed kunt flaneren en waar je overal kan eten en drinken.

Food

Beluga is wat mij betreft het beste sushi restaurant waar ik gegeten heb. Het ziet er allemaal netjes uit maar is niet heel bijzonder qua aankleding. Maar laat je hierdoor niet afschrikken want het eten is er magistraal. Ik verlang er nog elke dag naar. Het is geen all-you-can-eat concept dus is het allemaal kakelvers en minder massaal ingekocht en kun je dus een veel betere kwaliteit verwachten. En maak je geen zorgen over de prijs, je lacht je dood. Beluga vind je op Prestwich Street in de wijk Green Point.

De Eastern Food Bazaar is eigenlijk een hele grote overdekte eetkraam, in een soort hal. Het heeft een enorme balie die verdeeld is over verschillende “kraampjes”. Je vindt er een uitgebreid aanbod aan authentieke Indische keuken, Turkse keuken waaronder veel kebab en falafel, Chinese Keuken en zelfs Italiaanse pizza’s kun je er vinden. Alles wordt voor je neus vers bereidt. Je kunt er niet gezellig een wijntje of biertje bij drinken want dat wordt er niet verkocht, alles is namelijk halal. Ook is er een kleine afdeling voor desserts. Alles is in Indische sferen ingericht en zelfs de muziek liegt er niet om. Maar het allermooiste aan deze toko is dat je er spotgoedkoop eet. Per persoon zul je zo’n 30 rand (€2,30) kwijt zijn voor een forse maaltijd en daarbij is het waanzinnig lekker, beter dan zelf koken lijkt mij. De Eastern Food Bazaar vindt je op Long Market Street 96.

Rafiki’s is een tentje waar je lekker kunt chillen terwijl je eet of alleen geniet van een overheerlijke cocktail. Het heeft een beetje een hippie vibe en de muziek staat altijd vrij hard met vaak live optredens (DJ’s of bands). In de latere uurtjes wordt Rafiki’s meer een Bar dan een restaurant. Het heeft een prachtig hoog balkon met uitzicht op Lion’s Head. Naast de informele sfeer is het eten er ook erg lekker. De oven pizza’s zijn geweldig maar ze staan ook bekend om hun heerlijke chili poppers (een snack). Rafikis’s vindt je op Kloof Nek Road 13.

Mama Africa kan en mag je haast niet missen, het is waarschijnlijk het meest toeristische restaurant van de stad. De naam suggereert het al een beetje, Mama Africa is gespecialiseerd in Afrikaanse gerechten. De hele inrichting in het restaurant is Afrikaans, overal hangen maskers, doeken en houten beelden. Elke avond is er een live band aanwezig die Afrikaans muziek speelt, voor de optimale Afrikaanse ervaring. Wat mij betreft is de atmosfeer allemaal een beetje over de top en is het zeker niet echt authentiek Afrikaans maar de gerechten zijn dat zeker wel. Overigens is het er wel enorm gezellig en hangt er een ontspannen sfeer, het mag best een guilty pleasure zijn op restaurant gebied. Mama Africa serveert uiteraard gerechten zoals bobotie en curry’s, maar als je gaat, moet je vooral voor het vlees gaan. Ik ga meestal voor de Mama’s Game Grill, een selectie van krokodil, struisvogel, springbok, zwijn en kudu. Het is ontzettend veel maar het smaakt goed. Omdat Mama Africa heel erg toerist gericht is betaal je, in vergelijking, vrij veel voor de gerechten. Mama Africa vindt je op Long Street 178.

Mitchell’s is het enige restaurant wat ik zou willen aanraden op het V&A Waterfront. Het is een van de oudste panden van het Waterfront en is meer een Britse pub dan dat het een restaurant is. Overal hangen er tv’s zodat je elke sport in de wereld goed bij kan houden. Ook kun je er bijna altijd karaoke zingen. Op zonnige dagen is het terras in de namiddag overspoeld met bierdrinkende Engelse mannen. Ik ben hier ooit per ongeluk gaan eten vlak voor een bioscoop avondje. Ik bestelde een halve kilo gamba’s met boter/citroen saus en patatjes en ik zeg je dit, het was fenomenaal. Zo simpel maar toch zo waanzinnig lekker. Het sausje wordt apart geserveerd naast de gamba’s dus de gamba’s zijn puur en is naast dat ze gegrild of gebakken zijn (je mag kiezen) verder niks mee gebeurd. Persoonlijk vind ik dat gamba’s vaak verzopen worden in knoflook – of chili sausjes, waardoor je de gamba’s zelf niet meer proeft. Voor Waterfront prijzen vond ik het gerecht ook redelijk goedkoop (100 rand, €7,50). Mitchell’s is het eerste kroegje bij de ingang van het Waterfront.

Asoka is meer een restaurant voor als je echt een hele avond fancy wilt tafelen onder het genot van fancy verschillende overheerlijke tapas die je met je fancy gezelschap kan delen. Ik zou me voor dit restaurant iets meer opdoffen dan voor de hiervoor genoemde restaurants. Asoka is een restaurant/bar/lounge. Asoka staat naast het fantastische eten, ook bekend voor de cocktail nights en op sommige avonden zijn er ook live optredens. Asoka heeft een zogenoemde fusion cuisine met veel Aziatische invloeden. Asoka is heel fraai aangekleed en heeft naast Aziatische, ook Indische en zelfs Turkse invloeden, het geheel voelt extreem “zen” aan. Asoka bevindt zich op Kloof street 68. Overigens zijn er op Kloof Street nog veel meer leuke restaurantjes en barretjes.

De Old Biscuit Mill is een markt op elke zaterdagochtend en was tot een paar jaar geleden niet bekend onder toeristen. Inmiddels is het wel ontdekt wat ervoor zorgt dat het er vaak heel druk is. Het is een van de hipste plekken van Kaapstad. Zoals de naam al zegt, was de Old Biscuit Mill vroeger een koekjes fabriek. Voornamelijk is de markt gericht op voedsel en zul je hier al je organische sapjes en producten kunnen vinden voor die pure en healthy life-style. Maar er is veel meer, er zijn bijvoorbeeld kraampjes voor speciale kazen en wijnen of verse vis en brood, noem het maar op. Mocht je heimwee hebben dan is er het Frying Dutchman kraampje, die Hollandse poffertjes en kroketten maakt en zo is elk land wel met haar specialiteit op deze markt vertegenwoordigt. Naast dat je overal eten en drinken kan kopen, zijn er ook genoeg restaurantjes of cafeetjes waar je even kan ontspannen na het inslaan van al die lekkernijen. In het oude gebouw zijn ook verschillende kleding en accessoirewinkeltjes gevestigd. Verschillende panden in het complex huisvesten gallerijen en studios van fotografen, kunstenaars en designers.  Overall is de sfeer heel relaxt en het is absoluut de moeite waard om hiervoor vroeg op te staan. De Old Biscuit Mill is op zaterdag van 09:00 tot 14:00 open en vindt je in de wijk Woodstock op Albert Road 375.

Last but most definitely not least is Mzoli’s. Kort gezegd is Mzoli’s een enorm braaifeest (braai = BBQ) gelegen in township Gugulethu. Normaliter zou men een tripje naar een township afraden maar deze plek is gewoon veilig, al moet je toch altijd wel op je spulletjes letten. Terwijl je op je vlees wacht feest je mee met de locals van Gugulethu op de muziek van de DJ die daar dan draait. Je zult hier dan ook zeer weinig toeristen tegenkomen. De beste en drukste dag is zondag. Denk niet dat je hier alleen kan zijn, want met name op zondag ben je hier met honderden andere mensen. De eerste momenten kunnen intimiderend zijn omdat de gang van zaken nogal een handleiding vereist, je komt aan met de taxi en dan? Als eerste zul je een enorme rij zien staan voor de slager die Mzoli’s heet. In deze rij moet je gaan staan, de wachttijd in deze rij zal ongeveer een uur tot 2 uur bedragen. Tip: wissel elkaar af. De rij zal je als eerste binnen brengen in de winkel, bij de slager dus. Daar bestel je het vlees dat je gebraaid wilt hebben, met of zonder marinade. Het vlees is overigens spot goedkoop (lees: 2 kilo vlees voor zo’n 100 rand, €7,50). Wanneer je betaald hebt en je een grote schaal of teil vol vlees met daarop een bonnetje met een nummer ontvangen hebt, ga je verder de rij in die je naar de ruimte achter de winkel zal brengen, hier wordt het vlees voor je gebraaid. Je geeft je schaal af en die wordt vervolgens op een grote stapel gelegd. Je moet nu absoluut niet in deze overvolle, snikhete en bedompte braairuimte gaan staan wachten tot je vlees klaar is want dit duurt ongeveer zo’n 1,5/2 u voordat jouw schaal überhaupt aan de beurt is. Nee, dit is de tijd waarin je gaat feesten. Je duikt buiten de menigte in en nuttigt onder de sprinklers een frisse cider terwijl je meedeint op de muziek. Je kijkt je ogen uit, de Afrikaanse dames weten van wanten en zullen er niet om schromen om stijve, a-muzikale bleekscheten zoals wij Hollanders eigenlijk zijn uit te nodigen in hun sensuele gedans. Iedereen is vrolijk, iedereen lacht, het is snikheet en iedereen stinkt naar zweet, maar dat geeft allemaal niet, Mzoli’s en de sfeer is helemaal het einde. Wanneer je eindelijk gewend bent aan alles om je heen, is het waarschijnlijk al de hoogste tijd om jezelf als een gek naar de “braairuimte” te begeven. Na ongeveer 1,5 uur is het verstandig om terug te gaan naar de ruimte met je bonnetje paraat. Je wacht totdat de “koks” je nummer uitschreeuwen, dit betekent dat je vlees klaar is. Je pakt de schaal van de kok aan en je loopt naar buiten, daar zoek je een aantrekkelijk uitziend stoepje uit waar je je vlees met je handen en zonder servetjes kunt gaan oppeuzelen. Geen salade, geen stokbrood met kruidenboter, nee, gewoon vlees. En dat vlees is buitengewoon lekker, het verbaast me keer op keer. Als je uitgegeten en gefeest bent bel je lekker ranzig en bezweet een taxi op, verstandiger is het overigens om van te voren met een taxichauffeur een ophaal tijdstip af te spreken, je weet na dit verhaal dat je er wel een paar uur zoet bent. En ga dus niet met honger naar Mzoli’s want je legt het loodje.

Drinks en Party

Origin Roasting is mijn favoriete koffiezaakje in KaapstadOrigin Roasting neemt koffie heel erg serieus en zorgt dan ook dat ze de lekkerste, de verste en grote variatie hebben in hun koffieboontjes. De zaak is industrieel ingericht en is populair onder het werkende volk. Wat Origin Roasting extra leuk maakt, is dat ze ook een specialisatie hebben in speciale theesoorten. Om de theedrinkers ook iets extra’s te gunnen is er in het pand een aparte ruimte gemaakt die helemaal ingericht is als een Japanse theehuis. Origin Roasting vindt je op Hudson Street 28.

Cafe mozart is een ontbijt/lunch café en ligt in het centrum van de stad. Meestal zit je op het kleine binnenplaatsje op het leuk gedecoreerde terras maar binnen is het des te leuker. Alles is antiek of vintage en oogt super knus, Café Mozart ligt dan ook vlakbij de antiek markt op Church Street 37.

De Assembly is een van de grootste clubs waar ik ben geweest in Kaapstad. Mij doe je meer plezier met een gezellig kroegje maar de Assembly is best wel gaaf. Het heeft geen mainstream scene dus je moet niet met je hakjes en je clutches en je pastelkleurige bloesjes aankomen want dan val je een beetje buiten de boot. De sfeer voelt underground en industrial aan, de belichting is super donker wat het eigenlijk heel intiem maakt. Je moet voor de Assembly entree betalen, maar als je jarig ben dan mag jij en nog 5 vrienden gratis naar binnen. De Assembly vindt je op Harrington Street 61.

Wanneer je in Club 31 bent voel je je als een filmster in Hollywood met enorm veel geld. De club is op de 31e verdieping van het ABSA gebouw op Riebeeck Street. Je betaald beneden entree (50 rand, €3 á €4) en wordt vervolgens naar de 31e verdieping geëscorteerd. Wanneer je op de 31e bent wordt je verwelkomt door allemaal witte chique gedrapeerde doeken die je vervolgens naar de bar leiden. Uiteraard heb je een waanzinnig uitzicht over de stad die waarschijnlijk inmiddels donker is en verlicht wordt door duizenden lichtjes. De muziek is commercieel en daarmee gewoontjes. Opvallend is dat mannen boven de 23 moeten zijn om binnen te komen en meisjes 21, vreemd…

Verder heb ik de leukste tijden gehad op Long Street maar persoonlijk vind ik dat iedereen dit voor zichzelf moet ervaren. Op Long Street zit zoveel, dat ik niet eens weet waar ik moet beginnen. Daarom zou ik aanraden om gewoon kroegentochten te gaan doen en op basis daarvan je favoriete plekje uit te kiezen!

Ik ben weer lekker los gegaan wat betreft de beschrijving van deze prachtige stad. Ik hoop dat jullie er wat aan hebben. Ik zal nog een follow-up artikel schrijven over de omgeving van Kaapstad, want die biedt bijna net zoveel als de stad zelf.

Door: Marijn Sneijder – Bron: capetownmagazine.com